Teddiewolk

Tim Gladdines, Alice Jetten
Van Holkema & Warendorf, 1996

Teddiewolk

 

Ingeborg heeft een denkbeeldig vriendje. Tenminste, dat denken haar vader en moeder. Of bestaat Teddiewolk echt alleen in Ingeborgs hoofd? Maar wie doet dan al die vreemde en vervelende dingen...?

 

 

Het boek is alleen hier te bestellen via de auteur.

Terug naar overzicht

Recensies

 

Recensie van Boek en Jeugd, december 1997

Alleen onder goede begeleiding

"(…) Het aantrekkelijke uiterlijk van een schriftje met het woord 'geheim' erop geeft echter niet aan dat dit boek zonder oplossing uitzichtloos is en alleen onder goede begeleiding gebruikt kan worden."

 

 

Recensie van Griffel-jury, December 1997

"(…) Zoals elk jaar verschenen er in 1996 enkele uitgaven die de jury niet heeft bekroond maar die zij wel degelijk heel bijzonder vond. Bij het knap geschreven, confronterende Teddiewolk van Tim Gladdines, is ook een uitgebreide discussie gevoerd over de grenzen van het kinderboek. Zo ongrijpbaar als de gefantaseerde ‘Teddiewolk’ is, zo moeilijk is het om een kwalificatie voor dit boek te vinden. De jury is onder de indruk van de wijze waarop Gladdines het onderwerp schizofrenie bepreekbaar maakt, maar wist tegelijk moeilijk raad met het verhaal. Teddiewolk biedt namelijk geen enkel uitzicht: de klap waarmee je het boek na lezing dichtslaat is ook een klap recht in je gezicht. De jury wilde het boek vanwege het totaal ontbreken van enig perspectief niet bekronen, maar wil haar waardering laten blijken door te zeggen dat zij déze klap niet had willen missen. (…)"

 

 

Recensie van Gelders Dagblad, November 1997

Belofte voor de toekomst

"(…) Langzaam maar zeker maakt die prettige sfeer plaats voor een beklemmend gevoel. Vriendje Teddiewolk blijkt helemaal niet zo'n goede vriend te zijn, hij verandert in een vreselijk boze droom. (…) Heeft Ingeborg een rijke fantasie en is Teddiewolk inderdaad een verzinsel van het meisje om aandacht te trekken of is ze wellicht schizofreen? Het antwoord wordt niet gegeven, maar duidelijk is wel dat Gladdines blijft geloven in Ingeborg.

 

Gladdines debuut houdt een belofte in voor de toekomst. Hij schrijft geen letter teveel en weet continu de spanning vast te houden. Daarnaast is Teddiewolk een mooi en verzorgd boek. De uitgever heeft veel aandacht besteed aan de vormgeving, zodat niet alleen de tekst maar ook de geinige tekeningetjes van Alice Jetten goed tot hun recht komen."

 

 

Recensie van NRC Handelsblad, Judith Eiselin, oktober 1997

Een gekrast wolkje als kwelgeest

"(…) De negenjarige Ingeborg schrijft een geheim dagboekschrift vol over haar vriend. Ze is een intelligent meisje met twee vlechten en een brilletje, dat veel en zo diep als ze maar kan, nadenkt: 'Misschien bestaat Teddiewolk niet echt. Maar als ik hem zelf heb verzonnen, hoe kan ik dan bijvoorbeeld voelen dat hij me knijpt? (…) Ik denk dat Teddiewolk een soort spook is, een vriendelijk spook. Wat kan hij anders zijn?'

 

Op de illustraties van Alice Jetten, die kunnen doorgaan voor door Ingeborg zelf vervaardigde tekeningen van haar belevenissen met haar wolk, heeft Teddiewolk inderdaad iets weg van een klein guitig geestje. De mooi 'klunzige' tekeningen bestaan uit duidelijke zwarte lijnen, maar Teddiewolk is, gekrast in rood potlood, een wat ongedefinieerde vorm met een vrolijk gezichtje. Net als de tekst geven de illustraties, in vierkante kadertjes, weer hoe Ingeborg de wereld ziet; haar moeder is bijvoorbeeld alleen van nek tot enkels te zien. Haar hoofd bevindt zich buiten het blikveld van haar dochter, en uit de tekst blijkt dan ook dat ze weinig van haar begrijpt. Ingeborgs klasgenoten blijven helemaal buiten beeld, alleen de rode wolk vergezelt haar overal.

 

Teddiewolk lijkt gewoon weer een kinderboek over een eenzaam kind dat op school wordt gepest en zich daarom een vriend denkt. Teddiewolk hangt meestal rood en pluizig in de lucht boven Ingeborgs hoofd, maar soms is hij hard en glimmend als een stuiterbal, of ijl als de rook van haar moeders sigaret. Het is moeilijk vat op hem te krijgen, maar dat hij een onmisbare vriend is staat voor Ingeborg vast. Hij giechelt naast haar op de achterbank als zij 'stiekem heel kleine scheetjes laat' en kruipt warm en wollig naast haar in bed. Soms zet hij haar aan tot kleine vergrijpen: 'Hij lust graag snoep, dus moest ik vanmiddag stiekem dropjes pakken uit de keukenkast.' Hij verandert in een paard, danst en speelt monstertje, doet kortom precies wat Ingeborg wil.

 

Aanvankelijk tenminste, want langzaam verliest zij haar greep op de wolk. Door zijn toedoen verdrinkt zij haar hond, die ze weliswaar haatte, maar niet echt dood wenste. Kort daarop geeft hij haar opdracht het haar van een gehate klasgenoot af te knippen, laat hij haar tralies op de muur schilderen, of maakt dat ze de schuur in brand steekt. Het wattige wezen wordt een monster. 'Hoe kun je vechten tegen een wolk?' vraagt ze zich steeds wanhopiger af. Dan verbiedt de wolk haar te praten, tegen haar ouders en al helemaal tegen mijnheer Frank, de dokter die binnen de kortste keren over de vloer komt, 'voor als je ziek bent in je hoofd, zei papa.' Haar ouders lopen huilend en radeloos door het huis, maar ze mag en kan hen niets vertellen: Teddiewolk vermoordt haar als ze dat doet.

 

Gladdines is er in geslaagd van Teddiewolk een volkomen geloofwaardig verhaal van een negenjarige te maken, geschreven in korte, duidelijke en nergens geforceerd kinderlijke zinnen. het is een beklemmend en verwarrend boek, dat gaat over een reële kwelgeest, of over langzaam gek worden, of over allebei. Ingeborg zelf is er in elk geval van overtuigd dat de wolk een zelfstandig wezen is, maar haar ouders slaan haar bezorgd gade en vragen dan: 'Hoe vaak bijt je in je arm?' En heel soms lijkt ze zich te vergissen: 'Teddiewolk stak mijn tong naar haar uit.' Op de laatste illustratie piekt onder de muts op Ingeborgs hoofd een piepklein rood randje vandaan."